Omgevingswet in de praktijk: de eerste ervaringen met het Omgevingsloket

Het is nu drie maanden geleden sinds de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Na een roerige aanloopperiode was het digitale stelsel dan eindelijk klaar voor gebruik. Het is nu een goed moment om terug te kijken op de eerste ervaringen, met daarbij een belangrijke vraag: werkt het Omgevingsloket naar behoren?

Op 2 januari 2024 ging ondergetekende enigszins nerveus naar het stadsdeelkantoor om te kijken of de eerste aanvragen waren binnengekomen. Eenmaal binnen was er eerst nog een technisch mankement in het lokale VTH-systeem, maar gelukkig was dit in de loop van de dag snel verholpen. De eerste zaken stroomden snel binnen. Aanvragers konden vergunningen aanvragen, meldingen doen en informatieplichten indienen. Aan de kant van de gemeente kwamen de zaken ook goed binnen; alle bijlagen zaten bij de verzoeken en vragenbomen waren vaak ingevuld door aanvragers. De verwachte chaos bleef uit en vergunningverleners konden snel aan de slag om de eerste zaken te behandelen.

Ging daarmee alles goed? Dat was zoals verwacht niet het geval. Na de eerste 100 zaken konden wij al snel een patroon herkennen.

Initiatiefnemers weten niet wat ze moeten invullen in het Omgevingsloket.

De praktijk leert dat aanvragers verkeerde activiteiten kiezen. Sommige aanvragers doorlopen de vergunningcheck niet en dienen gelijk een aanvraag in. Hierdoor weten ze niet of ze bijvoorbeeld een sloopvergunning nodig hebben of dit met een melding kunnen afdoen. Dit zorgt ervoor dat er uiteindelijk veel reparatiewerk is voor de vergunningverlener aan de achterkant. Het Omgevingsloket heeft meest gekozen werkzaamheden, alleen gaat het toch nog vaak fout. Het opvoeden van aanvragers is hierin belangrijk. Het advies is altijd: doorloop de vergunningscheck om zo te weten wat je nodig hebt. Alleen lopen we daarmee gelijk tegen het volgende probleem aan.

Vragenlijsten zijn lang en aanvraagformulieren missen informatie.

Het is in de geest van de Omgevingswet om alles via één loket aan te vragen. Het is daarmee niet meer versnipperd over verschillende overheidsorganisaties. Een aanvrager kan een vergunning voor de gemeente en het waterschap tegelijk indienen. Verschillende overheidsorganisaties hebben vragen gemaakt, om zo exact te bepalen wat er nodig is. Het gevolg is dat een initiatiefnemer een lange lijst met vragen moet doorlopen bij de vergunningcheck. Bij de vergunningcheck voor een uitbouw moet je in sommige gevallen meer dan 20 vragen doorlopen, om daarna te starten met de aanvraag, waar ook weer een aantal vragen moeten worden beantwoord. Kortom, aanvragers zijn lang bezig om een aanvraag bij een bevoegd gezag te krijgen. Aanvragen zijn vaak niet compleet, dit komt omdat de vragen in het gedeelte “aanvragen” niet verplicht zijn om in te vullen. Als een aanvrager bijvoorbeeld zijn e-mailadres en telefoonnummer niet invult, dan is het niet mogelijk om op een digitale manier contact op te nemen met een aanvrager. Als er dan aanvullende gegevens nodig zijn, zal dit via post gecommuniceerd moeten worden. Daarnaast worden bepaalde inhoudelijke vragen ook niet beantwoord, waardoor een verzoek om aanvullende gegevens meer nodig is dan eerst.

Toch wil ik graag positief zijn over het Omgevingsloket. Bij de lancering van elk nieuw systeem zijn er punten die niet goed lopen en bugs die je moet oplossen. Landelijk wordt er hard gewerkt aan verbeteringen en ik heb er het volste vertrouwen in dat er een oplossing komt voor de genoemde constateringen.

Wil je meer weten over de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen? Neem dan contact op met Jelle van de Putte via jelle.vandeputte@kbenp.nl. Hij is als adviseur van KBenP Digitale Overheid betrokken bij de implementatie van de Omgevingswet.

Deel dit bericht:

Facebook
LinkedIn

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.